Wat is SQL?

SQL (Structured Query Language) uitgelegd

SQL, afkorting van Structured Query Language en uitgesproken als "S-Q-L", is een taal om met relationele databases te interageren. SQL maakt taken zoals het bijwerken en ophalen van gegevens uit databases mogelijk.

Een SQL-database, ook wel bekend als een relationele database, is een gestructureerde, in tabellen georganiseerde verzameling gegevens. Deze tabellen zijn adresseerbaar met een gestructureerde querytaal. Het is het tegenovergestelde van een NoSQL-database. Elke rij in een tabel vertegenwoordigt een eenheid gegevens en elke kolom definieert een specifiek informatieveld. De gegevens in deze tabellen kunnen worden geopend, beheerd, gewijzigd, bijgewerkt, gecontroleerd en geordend met behulp van SQL.

Veelgebruikte relationele databasemanagementsystemen die SQL gebruiken, zijn Oracle, Sybase, Microsoft SQL Server, MySQL, PostgreSQL, MariaDB en andere.

Hoewel veel databasesystemen een programmeertaal zoals SQL gebruiken, gebruiken ze vaak unieke, bedrijfseigen extensies die specifiek zijn voor hun platforms. Niettemin zijn fundamentele SQL-opdrachten zoals “SELECT”, “INSERT” en “CREATE” universeel toepasbaar voor de meeste databasebewerkingen.

SQL wordt gebruikt om essentiële functies voor gegevensbeheer uit te voeren, maar kan ook worden gebruikt om complexe query's samen te stellen om beschikbare, onbewerkte gegevens om te zetten in nuttige en contextuele informatie. SQL-experts kunnen SQL-databases gebruiken om zinnige informatie te verkrijgen door verschillende tabellen samen te voegen om de gegevenscontext en -relaties beter te begrijpen. Door een query in de SQL-taal te programmeren, kunnen gebruikers:

• Gerichte query's uitvoeren binnen een database of een set relationele gegevens
• Bestaande records en gegevens in een database ophalen of wijzigen
• Nieuwe items toevoegen aan een database
• Verouderde records uit de database verwijderen
• Nieuwe databases of nieuwe tabellen maken binnen een bestaande database om de organisatie en optimalisatie te verbeteren
• Opgeslagen procedures en weergaven in een database ontwikkelen
• Toegangsrechten toewijzen voor procedures, weergaven, tabellen en diverse datasets in een database

SQL-databases bestaan al tientallen jaren en blijven een van de populairste en meest gebruikte systemen voor het opslaan en verwerken van zeer gestructureerde gegevens. Ze vormen de kern van veel backend-systemen bij grote ondernemingen en zijn fundamenteel voor de werking van het elektronische tijdperk.

Een korte geschiedenis van SQL

Structured Query Language werd in de jaren 70 geïntroduceerd door IBM-onderzoekers Donald D. Chamberlin en Raymond F. Boyce. Ze ontwikkelden de programmeertaal nadat ze van het relationele model van Edgar F. Codd hadden gehoord. De eerste versie van SQL-instructies heette SEQUEL (Structured English Query Language) en was ontworpen om gegevens te manipuleren en op te halen die waren opgeslagen in het oorspronkelijke, quasi-relationele databasemanagementsysteem van IBM, System R. Dit had een groep van het IBM San Jose Research Laboratory in de jaren 70 ontwikkeld.

De eerste commercieel verkrijgbare implementatie van SQL-programma’s werd geïntroduceerd door Relational Software, Inc. (nu Oracle) in 1979. SQL werd gestandaardiseerd door het American National Standards Institute (ANSI) in 1986. Daarna volgde standaardisatie door de International Organization for Standardization (ISO) in 1987.

SQL-servers boden twee belangrijke voordelen ten opzichte van oudere read-write API's, zoals ISAM of VSAM. Allereerst introduceerde SQL het concept om veel records met één commando te benaderen. Daarnaast was het niet meer nodig om te specificeren hoe een record bereikt moet worden, dat wil zeggen met of zonder index.

In de loop der jaren is SQL-serverprogrammering meerdere malen herzien om gelijke tred te houden met de veranderende behoeften van de database-industrie. SQL:2011 heeft bijvoorbeeld tijdsgebonden gegevens, uitbreidingen voor vensterfuncties en een FETCH-component toegevoegd.

SQL:2016 heeft “pattern matching” voor rijen, polymorfe tabelfuncties en bewerkingen op JSON-gegevens, die in tekenreeksvelden opgeslagen zijn, geïntroduceerd. SQL:2019 heeft Part 15, multidimensionele arrays (MDarray-type en operators) toegevoegd aan SQL-instructies.

De ontwikkeling van SQL omvatte ook de ontwikkeling van verschillende databasesystemen. De MS SQL Server van Microsoft begon bijvoorbeeld in 1988 toen Microsoft met Ashton-Tate en Sybase samenwerkte om software voor het maken en onderhouden van databases te ontwikkelen.

Efficiënte queryverwerking

SQL-serverdatabases kunnen gegevens supersnel ophalen, wijzigen of opslaan. Hierdoor kunnen ze efficiënt grote hoeveelheden gegevens verwerken

Meerdere dataweergaven

SQL-databases kunnen grote hoeveelheden gegevens verwerken en kunnen naargelang de vereisten van de toepassing opschalen of inkrimpen

Overdraagbaarheid

De SQL-taal is hardware-onafhankelijk en kan worden gebruikt op servers, pc's, laptops en zelfs sommige mobiele telefoons

SQL-query's: algemene structuur

Een SQL-query heeft over het algemeen een structuur die enigszins intuïtief is. Het lijkt op een eenvoudige zin in het Engels en volgt meestal een patroon als “select-from-where”.

De kern van de meeste SQL-query's wordt gevormd door de instructie SELECT. Hier geven gebruikers aan welke gegevens ze willen zien. Stel u een database voor als een verzameling tabellen, die elk gevuld zijn met rijen en kolommen met gegevens, net zoals een spreadsheet.

Als SQL-programmeurs “SELECT” gebruiken, dan wijzen ze naar de kolom(men) waarin ze geïnteresseerd zijn. In een database met een tabel met boeken kunt u bijvoorbeeld “SELECT titel, auteur” gebruiken om een lijst met alle boektitels en hun auteurs op te halen.

De clausule “FROM” volgt op de instructie “SELECT” en identificeert de databasetabel waaruit de gegevens moeten worden opgehaald. Als we doorgaan met ons voorbeeld met boeken, ziet de query er nu uit als “SELECT titel, auteur FROM Boeken” als de tabel met de boekgegevens “Boeken” heet.

Dat vertelt de databaseserver dat de gebruiker kijkt naar de tabel "Boeken" en geïnteresseerd is in de kolommen met titels en auteurs.

Het extraheren van de gezochte informatie wordt gedaan met de clausule “WHERE”. Dit deel van de query wordt gebruikt om de gegevens te filteren en op basis van bepaalde criteria aan te geven welke rijen de gebruiker wil ophalen. Zeg dat ze alleen boeken willen die geschreven zijn door “J.K. Rowling.” De gebruiker zou “WHERE auteur = 'J.K. Rowling'” aan uw query toevoegen.

De volledige query zou dan “SELECT titel, auteur FROM Boeken WHERE auteur = 'J.K. Rowling'” zijn. Nu haalt u niet alle rijen op uit de tabel “Boeken”, maar krijgt u alleen de rijen waar de auteur overeenkomt met uw opgegeven voorwaarde.

Deze drie componenten – SELECT, FROM en WHERE – vormen de kern van een basale SQL-serverquery, maar SQL kan nog veel meer. Resultaten kunnen gesorteerd worden met “ORDER BY”, gegevens kunnen gegroepeerd worden met “GROUP BY” en zelfs gegevens uit meerdere tabellen kunnen op ingewikkeldere manieren gecombineerd worden.

Naarmate gebruikers zich meer op hun gemak voelen met SQL, leren ze meer over joins, subquery's, functies en andere geavanceerde kenmerken die nog krachtigere en geavanceerdere gegevensmanipulatie mogelijk maken.